Gegevens Verhuurder

 WONINGHUUROVEREENKOMST VAN KORTE DUUR TOT HOOFDVERBLIJF VOOR APPARTEMENT ONDER TOEPASSING VAN WONINGHUURDECREET

Tussen de ondergetekenden: 

[verhuurdernaam], met rijksregisternummer [verhuurder_rijksregisternummer]  wonende te [verhuurder_adres] hier optredende als [verhuurder_type].

E-mail: [verhuurder_email] GSM: [verhuurder_gsm]

 

hierna genoemd “verhuurder”

EN

[huurder_naam] , met rijksregisternummer [huurder_rijksregisternummer]  wonende te [huurder_adres] hier optredende als [huurder_type].
E-mail: [huurder_email] GSM: [huurder_gsm]

 

hierna genoemd “huurder”

Werd het volgende overeengekomen:

Artikel 1: Omschrijving van het gehuurde goed

De verhuurder verhuurt, aan de huurder, het appartement, gelegen te [adres_gehuurde_goeds] bestaande uit: [omschrijving_gehuurde_goeds].

Het gehuurde goed is bestemd als hoofdverblijfplaats van de huurder en zijn/haar gezin.          

De verhuurder bevestigt dat het gehuurde goed bij het begin van deze huurovereenkomst voldoet aan de elementaire vereisten inzake veiligheid, gezondheid en woonkwaliteit, zoals beschreven in artikel 3.1, §1 Vlaamse Codex Wonen van 2021. Bovendien garandeert de verhuurder dat het goed in alle opzichten in goede staat van onderhoud is. 

Een conformiteitsattest, verkregen binnen de 3 maanden voor de start van de huurovereenkomst, bevestigt de conformiteit. Het conformiteitsattest dient als vermoeden van naleving van de verplichtingen. Indien beschikbaar wordt het conformiteitsattest als bijlage bij dit contract gevoegd. 

Indien het gehuurde goed bij de sluiting van deze overeenkomst niet voldoet aan de elementaire vereisten, met name bij aanwezigheid van gebreken van categorie II of III, of zeven of meer gebreken van categorie I, is deze huurovereenkomst van rechtswege nietig. In dergelijke gevallen zal de rechter de nietigheid vaststellen en de gevolgen regelen, inclusief de terugbetaling van onverschuldigde huurgelden en waarborg.

Artikel 2: Duur van de huur 

Deze huurovereenkomst, is gesloten voor een duur van [huur_duurtijd] (maximaal 3 jaar) met startdatum [huur_startdatum] en eindigend op [huur_einddatum].

Gedurende die periode zijn de artikelen 8 en 9 van deze huurovereenkomst niet van toepassing. 

Tijdens de overeengekomen korte duur, kan enkel de huurder, te allen tijde de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 3 maanden. De huurder brengt de verhuurder op de hoogte van de opzegging, die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging werd gedaan. 

Als de huurder de huurovereenkomst vroegtijdig beëindigt, dan heeft de verhuurder recht op een vergoeding. De vergoeding is gelijk aan anderhalve maand, één maand of een halve maand huur naargelang de huurovereenkomst eindigt gedurende respectievelijk het eerste, het tweede of het derde jaar, rekening houdend met de aanvangsdatum van de eerste korte duur huurovereenkomst. 

Indien de huurovereenkomst niet op tijd werd geregistreerd, binnen een termijn van 2 maanden na ondertekening, zijn de hierboven vermelde opzeggingstermijn en opzeggingsvergoeding niet verschuldigd. De huurder brengt de verhuurder op de hoogte (best aangetekend) van de opzegging. Die neemt pas einde op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging werd gedaan. 

De huurovereenkomst kan maar eenmaal en alleen schriftelijk en onder dezelfde voorwaarden worden verlengd zonder dat de totale duur van de huur langer dan drie jaar mag zijn. 

Niettegenstaande enig andersluidend beding of enige andersluidende overeenkomst wordt bij ontstentenis van een tijdig betekende opzegging of als de huurder het goed blijft bewonen zonder verzet van de verhuurder, zelfs in de veronderstelling dat een nieuwe huurovereenkomst wordt gesloten tussen dezelfde partijen, de huurovereenkomst geacht te zijn aangegaan voor een duur van negen jaar, te rekenen vanaf de datum waarop de aanvankelijke huurovereenkomst van korte duur in werking is getreden. In dat geval blijven de huurprijs en de andere voorwaarden dezelfde als die welke bepaald waren in de aanvankelijk gesloten huurovereenkomst van korte duur.

Indien deze huurovereenkomst niet of niet tijdig wordt opgezegd met een opzeggingstermijn van 3 maanden tegen het einde van de overeengekomen korte duur, dan worden de regels van het negenjarige huurcontract (zie art 8 en 9 van dit huurcontract) van toepassing. De huurovereenkomst werd dan omgezet in een negenjarige huurovereenkomst, met aanvangsdatum van het oorspronkelijke huurcontract van korte duur. 

De verhuurder kan de huurovereenkomst dan opzeggen na negen jaar, of na elke daaropvolgende driejarige periode, met een opzegtermijn van minstens zes maanden. Anders wordt de overeenkomst telkens met drie jaar verlengd, onder dezelfde voorwaarden. 

Artikel 3: Huurprijs  

De maandelijks te betalen basishuurprijs is vastgesteld op [huurprijs_maandelijks]. Deze som dient door de huurder te worden overgemaakt op rekeningnummer [huurprijs_rekeningnummer] ten name van [huurprijs_rekeninghouder]. Betaling dient te geschieden vóór de [huurprijs_betalingsdag] van de maand waarop de huur betrekking heeft, waarbij het bedrag daadwerkelijk op de rekening van de verhuurder moet zijn ontvangen.

Artikel 4: Indexatie

Partijen verklaren uitdrukkelijk te kiezen voor de optie: [huur_indexatie]

A.    De basishuurprijs  wordt geïndexeerd 
De indexering kan ten vroegste gebeuren op de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst, volgens de formule:

basishuurprijs X nieuw indexcijfer
                        aanvangsindexcijfer

Het nieuwe indexcijfer is het gezondheidsindexcijfer van de maand voorafgaand aan die van de verjaardag van de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. 

Het aanvangsindexcijfer is het gezondheidsindexcijfer van de maand die voorafgaat aan de maand tijdens welke de huurovereenkomst of de huurprijsherziening is in werking getreden.

De indexering wordt alleen gedaan als de belanghebbende partij daar schriftelijk om verzoekt. De aanpassing werkt slechts terug tot drie maanden voorafgaand aan die van het verzoek.

B.    De basishuurprijs wordt niet geïndexeerd 

Artikel 5: Waarborg   

De huurder stelt ter waarborg van zijn contractuele verplichtingen een huurwaarborg. De partijen komen overeen dat een huurwaarborg ten bedrage van  [huurwaarborg_bedrag] wordt gesteld, overeenstemmend met [huurwaarborg_maanden] maand huur (maximaal 3 maand).

De huurder beschikt over de keuze, op welke van volgende manieren, de huurwaarborg wordt gesteld. De huurder verklaart hierbij uitdrukkelijk te kiezen voor de optie [huurwaarborg_vorm].

 

     A:  Geblokkeerde bankrekening op naam van de huurder
      De huurder kan de huurwaarborg voldoen door het overeengekomen bedrag te 
      storten op  een geïndividualiseerde huurwaarborgrekening op zijn naam bij een 
      financiële instelling naar keuze. De interesten die dit bedrag genereert, worden 
      gekapitaliseerd ten bate van de huurder. De huurder informeert de verhuurder 
      hierover met het neutrale bankwaarborgformulier, waarna de verhuurder dit mede 
      ondertekent, waardoor een geblokkeerde huurwaarborg ontstaat.

     B:  Zakelijke zekerheidstelling 
      Bijvoorbeeld: obligaties, kasbonnen of verzekeringsovereenkomsten ten bedrage van 
      het overeengekomen huurwaarborgbedrag bij een financiële instelling op naam van 
      de huurder. Ook in dit geval wordt de rente ten bate van de huurder gekapitaliseerd.

     C: Bankwaarborg via het OCMW
      De huurder kan, door middel van een standaardovereenkomst tussen het bevoegde 
      OCMW en de bank, een bankwaarborg verkrijgen ter hoogte van de overeengekomen 
      huurwaarborg, met een maximum van drie maanden huur. Het OCMW richt hiertoe 
      een verzoek aan de bank, waarna de bank zich onmiddellijk borg stelt voor het 
      afgesproken bedrag ten aanzien van de verhuurder. Vervolgens betaalt de huurder het 
      bedrag van de bankwaarborg in vaste maandelijkse termijnen af aan het OCMW, met 
      een maximale duur van drie jaar, tenzij anders overeengekomen. Eenmaal de huurder 
      de volledige huurwaarborg heeft opgebouwd, begint deze rente op te brengen.

     D:  Een borgsteller (mits toestemming van verhuurder) 
      Met het akkoord van de verhuurder kan de waarborg ook geleverd worden door een 
      borgstelling door een natuurlijke persoon of rechtspersoon. Deze borgstelling wordt 
      in een aparte overeenkomst opgenomen en aangehecht aan huidig contract. Deze 
      borgstelling geldt voor de gehele duur van de huurovereenkomst met inbegrip van de 
      gebeurlijke driejaarlijkse verlengingen.

Er mag niet beschikt worden over de bankrekening of de zakelijke zekerheidstelling, noch in hoofdsom, noch in rente, noch over de bankwaarborg, dan ten voordele van een van beide partijen, mits voorleggen van ofwel een schriftelijk akkoord, dat ten vroegste opgesteld wordt bij het beëindigen van de huurovereenkomst, ofwel van een kopie van een rechterlijke beslissing. Die beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, niettegenstaande verzet of voorziening en zonder borgstelling of kantonnement. 


De rechtsvordering van de verhuurder tot vrijgave van de huurwaarborg in zijn voordeel verjaart door verloop van één jaar nadat de huurovereenkomst is beëindigd.

Artikel 6: Plaatsbeschrijving   

De partijen zijn verplicht een omstandige plaatsbeschrijving op te stellen, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Die plaatsbeschrijving wordt opgesteld ofwel tijdens de periode dat de ruimtes onbewoond zijn, ofwel tijdens de eerste maand waarin de huurder over het goed kan beschikken. De plaatsbeschrijving wordt bij de huurovereenkomst gevoegd en wordt geregistreerd.

Als de partijen geen overeenstemming bereiken, wijst de rechter bij wie de zaak aanhangig wordt gemaakt met een verzoekschrift dat ingediend is vóór het verstrijken van de termijn van één maand, vermeld in het eerste lid, een deskundige aan die de plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep. 

Indien in de gehuurde plaatsen belangrijke wijzigingen zijn aangebracht nadat de plaatsbeschrijving is opgemaakt, kan elke partij eisen dat op tegenspraak en voor gemeenschappelijke rekening een bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt opgemaakt. Het bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving wordt eveneens geregistreerd. Als de partijen geen overeenstemming bereiken, wijst de rechter bij wie de zaak aanhangig wordt gemaakt met een verzoekschrift, een deskundige aan die het bijvoegsel bij de plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep.

Artikel 7: Kosten en lasten 

De onroerende voorheffing is ten laste van de verhuurder. 

De huurder draagt de individuele kosten van water-, elektriciteits- en gasverbruik, alsook de kosten voor het huren van de tellers. 

De volgende bijkomende kosten worden door de verhuurder in rekening gebracht:[kosten_gemeenschappelijk] partijen verklaren deze kosten te delen met toepassing van de verdeelsleutel:[kosten_verdeelsleutel].         

Kosten die hierboven niet zijn vermeld, worden als volgt verdeeld: kosten met betrekking tot zakelijke rechten op de woning zijn voor de verhuurder, kosten met betrekking tot het gebruik van de woning zijn voor de huurder. 

De berekening van de kosten en lasten gebeurt op basis van: [kosten_afrekeningstype].

A.   Indien werkelijke kosten 
Naast de naakte huurprijs betaalt de huurder maandelijks een voorschot van [kosten_maandelijks_bedrag] voor de opgesomde kosten en lasten. 

De verhuurder is verplicht jaarlijks een nauwkeurige afrekening te verstrekken, waarbij de toegepaste verdeelsleutel(s) voor elke homogene kostenpost duidelijk worden weergegeven. 

De huurder heeft het recht kosteloos een kopie van de facturen of andere bewijsstukken op te vragen. 

B.   Indien Forfaitair bedrag 
Partijen komen een forfaitair of vast bedrag van [kosten_maandelijks_bedrag] overeen ter vergoeding van de bijkomende kosten. die wordt maandelijks samen met de naakte huurprijs betaald. In dit geval vindt er geen eindafrekening plaats.

 

Iedere partij kan te allen tijde aan de rechter de herziening van de forfaitaire kosten en lasten vragen of de omzetting ervan in werkelijke kosten en lasten.

Artikel 8: (vervroegde) Opzeggingsmogelijkheden voor de verhuurder 
                 onder 9 jarig stelsel 

A.    Opzegging door de verhuurder voor persoonlijk gebruik 

Partijen verklaren uitdrukkelijk te kiezen voor optie [opzeg_verhuurder_persoonlijk_gebruik].

A1: De verhuurder kan de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, als hij het goed persoonlijk en werkelijk wil betrekken. De verhuurder kan de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen om de echtgenoot of wettelijk samenwonende partner van de verhuurder of de afstammelingen, aangenomen kinderen, bloedverwanten in de opgaande lijn of bloedverwanten in de zijlijn tot in de derde graad van de verhuurder of van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner het goed persoonlijk en werkelijk te laten betrekken. 

De opzeggingstermijn bedraagt zes maanden, tenzij de opzegging wordt gedaan tijdens de eerste driejarige periode. In dat geval kan de opzeggingstermijn niet verstrijken vóór het einde van de eerste driejarige periode vanaf de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. De opzegging vermeldt de identiteit van de persoon die het goed zal betrekken en de band van verwantschap met de verhuurder. De verhuurder bewijst op verzoek van de huurder de band van verwantschap. De verhuurder voldoet aan dat verzoek binnen een termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de kennisgeving ervan, zo niet kan de huurder de nietigverklaring van de opzegging vorderen. Die vordering moet op straffe van verval uiterlijk twee maanden vóór het verstrijken van de opzeggingstermijn worden ingesteld.

 Het goed moet binnen een jaar na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder, worden betrokken. Het goed moet gedurende ten minste twee jaar werkelijk en doorlopend betrokken blijven. Als de verhuurder, zonder het bewijs te leveren van buitengewone omstandigheden, niet voldoet aan de voorwaarden, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur.

OF


A2: De verhuurder ziet voor de volledige duur van de huurovereenkomst af van het recht om deze te beëindigen voor betrekking door hemzelf, zijn echtgenote en de respectievelijke familieleden.

B.    Opzegging door de verhuurder wegens grondige renovatiewerken

Partijen verklaren uitdrukkelijk te kiezen voor optie [opzeg_verhuurder_renovatie].

B1: De verhuurder kan de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen als hij het onroerend goed of een gedeelte ervan wil wederopbouwen, verbouwen of renoveren, en als alle volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° de werkzaamheden worden uitgevoerd met eerbiediging van de decretale en verordeningsbepalingen over de ruimtelijke ordening; 2° de werkzaamheden worden uitgevoerd aan het gedeelte dat de huurder bewoont; 3° de werkzaamheden kosten meer dan drie jaar huur van het verhuurde goed. Als het gebouw waarin dat goed gelegen is uit verscheidene verhuurde woningen bestaat die aan dezelfde verhuurder toebehoren en waaraan werkzaamheden worden uitgevoerd, kosten de werkzaamheden meer dan twee jaar huur voor al die woningen samen. 

De opzeggingstermijn bedraagt zes maanden, tenzij de opzegging wordt gedaan tijdens de eerste driejarige periode. In dat geval kan de opzeggingstermijn niet verstrijken vóór het einde van de eerste driejarige periode vanaf de inwerkingtreding van de huurovereenkomst.

 De verhuurder bezorgt de volgende documenten aan de huurder op het moment van de opzegging: 1° de hem verleende stedenbouwkundige vergunning, als deze voor de werkzaamheden vereist is; en 2° een omstandig bestek of een beschrijving van de werkzaamheden samen met een gedetailleerde kostenraming of een aannemingsovereenkomst. De werken moeten worden aangevat binnen zes maanden en worden beëindigd binnen vierentwintig maanden na het verstrijken van de opzegging door de verhuurder of, in geval van verlenging, na de teruggave van het goed door de huurder. Na de beëindiging van de werken, vraagt de verhuurder een conformiteitsattest als vermeld in artikel 7 van de Vlaamse Wooncode. 

Als de verhuurder de werkzaamheden niet binnen de gestelde termijn en voorwaarden uitvoert en geen bewijs van buitengewone omstandigheden kan leveren, heeft de huurder recht op een vergoeding die gelijk is aan achttien maanden huur. De huurder kan de verhuurder verzoeken om hem kosteloos de documenten te bezorgen waaruit blijkt dat de werkzaamheden conform de voorwaarden, vermeld in dit artikel, zijn uitgevoerd. 

OF 

B2: De verhuurder ziet af van het recht om de huurovereenkomst te beëindigen voor het uitvoeren van grondige renovatiewerken.

C.    Opzegging door de verhuurder zonder motief 

Partijen verklaren uitdrukkelijk te kiezen voor optie [opzeg_verhuurder_zonder_motief].

C1: Bij het verstrijken van de eerste en de tweede driejarige periode kan de verhuurder de huurovereenkomst beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, zonder motivering, maar met betaling van een vergoeding. De vergoeding is gelijk aan negen of zes maanden huur naargelang de overeenkomst een einde neemt bij het verstrijken van respectievelijk de eerste of de tweede driejarige periode.

OF 

C2: De verhuurder ziet af van het recht om de huurovereenkomst te beëindigen zonder motivering.

Artikel 9: Opzeggingsmogelijkheden voor de huurder onder  9 jarig stelsel 

De huurder kan de huurovereenkomst op ieder tijdstip beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van drie maanden.

Als de huurovereenkomst door de opzegging van de huurder een einde neemt tijdens de eerste driejarige periode, heeft de verhuurder recht op een vergoeding. Die vergoeding is gelijk aan drie maanden, twee maanden of één maand huur naargelang de huurovereenkomst een einde neemt gedurende respectievelijk het eerste, het tweede of het derde jaar. 

Zolang de huurovereenkomst niet geregistreerd is na de termijn van twee maanden, zijn de opzeggingstermijn en de vergoeding, die in het tweede lid vermeld staan niet van toepassing. 

De huurder brengt de verhuurder op de hoogte van de opzegging, die ingaat op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging werd gedaan. 

Als de verhuurder de huurovereenkomst beëindigt conform art 8 van dit contract kan de huurder op zijn beurt de huurovereenkomst te allen tijde beëindigen met inachtneming van een opzeggingstermijn van een maand. In dat geval is hij de vergoeding, vermeld in het tweede lid, niet verschuldigd. De verhuurder blijft verplicht tot uitvoering van de reden die ten grondslag ligt aan de aanvankelijke opzegging of tot de betaling van de vergoeding, vermeld in art 8 A, B of C.


Artikel 10: Verlenging wegens buitengewone omstandigheden 

Als een huurovereenkomst vervalt of ten gevolge van een opzegging eindigt, kan de huurder die het bewijs van buitengewone omstandigheden levert, om een verlenging verzoeken. Die verlenging wordt, op straffe van nietigheid, uiterlijk een maand voor de vervaldag van de huur aan de verhuurder gevraagd en dit verplicht met een aangetekende brief, door afgifte tegen ontvangstbewijs of door betekening van een gerechtsdeurwaardersexploot.

Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter, rekening houdend met de belangen van de twee partijen, onder meer met de eventuele hoge leeftijd van een van de partijen, de verlenging toestaan. De rechter stelt de duur van de verlenging, die bepaald moet zijn vast. De rechter kan in dat geval, als hij het billijk acht, op verzoek van de verhuurder ook een verhoging van de huurprijs toestaan, en de vergoeding die met toepassing van artikel 8.C van deze huurovereenkomst verschuldigd is, beperken of opheffen.

De huurder kan maar één aanvraag om hernieuwing van de verlenging indienen onder dezelfde voorwaarden.

Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter die hernieuwing van de verlenging toestaan onder de voorwaarden, zoals hierboven vermeld in dit artikel.

Artikel 11: Herziening van de huurprijs 

Partijen kunnen tussen de negende en de zesde maand voorafgaand aan het verstrijken van elke driejarige periode overeenkomen dat de huurprijs wordt herzien. Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter een herziening van de huurprijs toestaan indien blijkt dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van nieuwe omstandigheden ten minste 20% hoger of lager is dan de eisbare huurprijs op het tijdstip van de indiening van het verzoek.

Hij kan tevens een verhoging van de huurprijs toestaan, aan de verhuurder die bewijst dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed met ten minste 10% van de op het tijdstip van de indiening van het verzoek eisbare huurprijs is gestegen, ten gevolge van werken die op zijn kosten in het gehuurde goed zijn uitgevoerd. Behalve voor werken die noodzakelijk waren om het goed in overeenstemming te brengen met de wettelijke conformiteitsvereisten. 

De rechter doet uitspraak naar billijkheid. De vordering kan slechts worden ingesteld tussen de zesde en de derde maand voor het verstrijken van de driejarige periode. 

De herziene huurprijs geldt te rekenen van de eerste dag van de volgende driejarige periode, maar de vroegere huurprijs kan voorlopig worden gevorderd tot op de dag van de definitieve beslissing. 

In afwijking van wat hierboven staat, kunnen de partijen te allen tijde overeenkomen dat de huurprijs wordt herzien omdat aan het goed energiebesparende investeringen werden gedaan. Energiebesparende investeringen zijn investeringen die de energieprestatie van het goed, vermeld in artikel 1.1.3, 42/1°, van het Energiedecreet van 8 mei 2009, verbeteren. 

Bij gebrek aan overeenstemming tussen de partijen kan de rechter een herziening van de huurprijs toestaan als blijkt dat de normale huurwaarde van het gehuurde goed ten gevolge van de investeringen, vermeld in het eerste lid, ten minste 10% hoger ligt dan de eisbare huurprijs op het tijdstip van de indiening van het verzoek. De rechter doet uitspraak naar billijkheid. 

De herziene huurprijs geldt vanaf de maand nadat de energiebesparende investeringen volledig zijn uitgevoerd. 

Indien de investeringen noodzakelijk waren om het goed in overeenstemming te brengen met de vereisten, vermeld in artikel 12, §1, tweede lid, kan geen herziening van de huurprijs overeengekomen worden tussen de partijen of toegestaan worden door de rechter.

Artikel 12: Herstellingen 

De huurder zal de herstellingen uitvoeren die de wet of de gebruiken hem opleggen. Het betreft doorgaans onderhoud door gebruik of kleine herstellingen. De huurder zal tevens de herstellingen uitvoeren die normaal te laste zijn van de verhuurder, maar veroorzaakt zijn door zijn fout of door een persoon voor wie hij moet instaan. Herstellingen die nodig zijn wegens normale slijtage, ouderdom, gebrek in het gehuurde goed of wegens overmacht, zijn niet ten laste van de huurder.

De verhuurder is verplicht het goed zo te onderhouden dat het kan dienen tot het gebruik waartoe het verhuurd is. De verhuurder doet gedurende de huurtijd alle herstellingen die nodig zijn, behalve de herstellingen die ten laste van de huurder zijn.

Partijen kunnen hier contractueel niet van afwijken, behoudens in het voordeel van de huurder.

De Vlaamse regering heeft in een indicatieve lijst bepaald welke meest voorkomende herstellingen ten laste van de huurder vallen. Zie https://www.woninghuur.vlaanderen/onderhoud-en-herstellingen.

Indien een herstelling ten laste van de verhuurder valt, dient de huurder de verhuurder bij voorkeur bij aangetekend schrijven de verhuurder hiervan in kennis te stellen. Zo niet kan hij verantwoordelijk worden gesteld voor de meerschade die voortvloeit uit de miskenning van zijn mededelingsplicht.

Als het verhuurde goed gedurende de huurtijd dringende herstellingen nodig heeft, die niet tot na het eindigen van de huur kunnen worden uitgesteld, moet de huurder die gedogen, ongeacht de ongemakken die daardoor bij hem worden veroorzaakt. Ook als hij gedurende de herstellingen het genot van een gedeelte van het verhuurde goed moet derven. Dringende herstellingen zijn herstellingen die nodig zijn en op risico van beschadiging van het gehuurde goed niet kunnen uitgesteld worden tot het einde van de huur.

Als die herstellingen langer dan 30 dagen duren, wordt de huurprijs verminderd naar evenredigheid van de tijd waarvoor en van het gedeelte van het goed waarvan de huurder het genot heeft moeten derven.

Als de herstellingen de normale bewoning onmogelijk maken, kan de huurder de huur doen ontbinden.

Artikel 13: Veranderingen aan de gehuurde woning 

De huurder dient het gehuurde goed te gebruiken als een goede huisvader, conform de bestemming ervan. 

Veranderingen of verbouwingen mogen enkel worden uitgevoerd na voorafgaande en schriftelijke toestemming van de verhuurder. Indien toestemming is verleend, kan de verhuurder bij het einde van de huurovereenkomst geen herstel in de oorspronkelijke staat eisen.

Echter, bij het einde van de huurovereenkomst, is de verhuurder gerechtigd om te eisen dat alle niet-toegestane veranderingen of verbouwingen worden verwijderd en het gehuurde goed in de oorspronkelijke staat wordt hersteld. 

Voor toegestane veranderingen of verbouwingen zal de verhuurder de huurder billijk vergoeden bij het einde van de overeenkomst, waarbij een uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord over de hoogte van de vergoeding voorafgaand aan de verbouwingen dient te worden vastgelegd.

Artikel 14: Vervreemding / verkoop van het verhuurde goed

Indien het zakelijk recht over het gehuurde goed wordt overgedragen, treedt de verkrijger in alle rechten en verplichtingen van de verhuurder die aan dat zakelijk recht zijn verbonden zodra de overdracht uitwerking heeft en geldig is tegenover derden, zelfs als de huurovereenkomst het recht van uitzetting in geval van vervreemding bedingt.


Artikel 15: Verzekering 

De huurder is aansprakelijk voor brand en waterschade, tenzij hij bewijst dat de brand buiten zijn schuld is ontstaan. Hij is verplicht zijn aansprakelijkheid voor brand en waterschade te verzekeren door een verzekering waarvan de werking niet is geschorst. 

De huurder kan daarvoor een eigen verzekering sluiten of een vergoeding betalen aan de verhuurder die een verzekering heeft aangegaan en daarbij afziet van zijn recht om de geleden schade van de huurder terug te vorderen.


Artikel 16: Onderhuur

De huurder die een woning in huur genomen heeft die hij tot zijn hoofdverblijfplaats bestemt, mag het goed niet volledig onderverhuren.

Met de instemming van de verhuurder mag de huurder een gedeelte van het goed onderverhuren op voorwaarde dat het resterende gedeelte tot zijn hoofdverblijfplaats bestemd blijft. 

De duur van de onderverhuring mag de resterende looptijd van de hoofdhuurovereenkomst niet overtreffen. De huurder brengt de onderhuurder vooraf op de hoogte van zijn hoedanigheid en van de omvang van zijn rechten als onderhuurder.

Artikel 17: Aansprakelijkheid van huisgenoten of onderhuurders

De huurder is ten aanzien van de verhuurder aansprakelijk voor de beschadigingen en de verliezen die ontstaan door toedoen van zijn huisgenoten of zijn onderhuurders.

Artikel 18: Overlijden verhuurder of huurder

De huurovereenkomst wordt niet ontbonden door de dood van de verhuurder. 

In geval van overlijden van de laatste huurder wordt de huurovereenkomst van rechtswege ontbonden op het einde van de tweede maand na het overlijden van de laatste huurder, tenzij de erfgenamen van de huurder binnen die termijn hebben verklaard de huurovereenkomst te zullen voortzetten. Als de huurovereenkomst van rechtswege wordt beëindigd (omdat de erfgenamen de huur niet voorzetten), is aan de verhuurder een vergoeding verschuldigd van één maand huur. Als het goed tegen het einde van de termijn, niet werd ontruimd, kan de verhuurder vorderen dat de rechter een curator aanstelt tot verdere afhandeling.

Artikel 19: Registratie 

De verplichting van de registratie van de huurovereenkomst en de plaatsbeschrijving rust op de verhuurder. De kosten die verbonden zijn aan een eventueel laattijdige registratie, zijn volledig te zijnen laste. De registratie van dit huurcontract en de ondertekende bijlagen dient te gebeuren binnen de 2 maanden na ondertekening. Na registratie bezorgt de verhuurder een kopie van het geregistreerd huurcontract en de bijlage aan de huurder.


Artikel 20: Bezoekuren op het einde van de huur bij verkoop 

De verhuurder heeft het recht om tijdens de opzeggingstermijn of in geval van verkoop een bericht van verhuring of van verkoop aan te brengen op de goed zichtbare plaatsen. 

Bovendien moet de huurder tijdens de laatste twee maanden vóór het einde van de huurovereenkomst of in geval van verkoop de verhuurder toelaten om de woning te laten bezichtigen, twee dagen per week en tijdens twee opeenvolgende uren. Die dagen en uren worden na onderling overleg door de partijen afgesproken.

Artikel 21: EPC

De verhuurder voegt een kopie van het geldig energieprestatiecertificaat (EPC) als bijlage bij dit huurcontract. Het kerngetal van het EPC of met andere woorden het berekend energieverbruik per m² voor deze woning bedraagt [epc_kengetal] kWh/m².


Artikel 22: Teruggaveverplichting door de huurder 

Op het einde van de huur rust op de huurder de verplichting het gehuurde goed terug te geven aan de verhuurder. De huurder is aansprakelijk voor de beschadigingen of de verliezen die gedurende de huurtijd ontstaan, tenzij hij bewijst dat die zich buiten zijn schuld hebben voorgedaan.

Als een van de partijen daarom verzoekt, wordt door de partijen op het einde van de huur een omstandige plaatsbeschrijving opgesteld, op tegenspraak en voor gezamenlijke rekening. Die plaatsbeschrijving wordt uiterlijk op het moment van de teruggave en aanvaarding van de sleutels van de huurwoning opgesteld. Als de partijen geen overeenstemming bereiken, wijst de rechter bij wie de zaak aanhangig wordt gemaakt, met een verzoekschrift dat vóór het verstrijken van een termijn van één maand na de ontruiming van het goed ingediend is, een deskundige aan die de plaatsbeschrijving opmaakt. Het vonnis is uitvoerbaar niettegenstaande verzet en is niet vatbaar voor hoger beroep.

Als bij de aanvang van de huur tussen de verhuurder en de huurder een omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, moet de huurder het goed teruggeven zoals hij het, volgens die beschrijving, ontvangen heeft, met uitzondering van hetgeen door ouderdom of overmacht is tenietgegaan of beschadigd en met uitzondering van hetgeen herstellingen behoeft die ten laste zijn van de verhuurder.

Als bij de aanvang van de huur geen omstandige plaatsbeschrijving is opgemaakt, wordt vermoed dat de huurder het gehuurde goed ontvangen heeft in de staat waarin het zich bevindt op het einde van de huurovereenkomst, behoudens tegenbewijs, dat door alle middelen kan worden geleverd.

Artikel 23: Vulgariserende toelichting 

De Vlaamse regering heeft een vulgariserende toelichting opgesteld waar meer informatie terug te vinden is over de regelgevende bepalingen. Je kunt het terug vinden op: https://www.woninghuur.vlaanderen/sites/default/files/atoms/files/Vulgariserende_toelichting_hoofdverblijfplaatsen.pdf
Zie ook: 
https://publicaties.vlaanderen.be/view-file/73464

Artikel 24: Bijkomende bepalingen 

  [bijkomende_bepalingen].

Opgemaakt te [ondertekeningsplaats] op [ondertekeningsdatum] in evenveel exemplaren als er partijen zijn met een onderscheiden belang vermeerderd met één exemplaar ten behoeve van de registratie. De huurder houdt na ondertekening één exemplaar bij zich. De overige exemplaren worden door de verhuurder aangeboden ter registratie bij het bevoegde registratiekantoor. De verhuurder zal één geregistreerd exemplaar aan de huurder overmaken.